Vraag je eerst af waarom je blokkeert: wat zit er in de weg tussen jou en het tempo?
In verreweg de meeste gevallen: stijfheid. Vaak treedt er alleen bij het zien van een pagina vol snelle noten onbewust een verstijving op in je lichaam, nog voordat je één noot gespeeld hebt. Je gaat van de weeromstuit grotere bewegingen maken en harder knijpen. Begin ermee je hier bewust van te worden.
Orde
Train vervolgens wat je nodig hebt: souplesse, spaarzame bewegingen en bovenal: orde.
Begin met het benoemen van de noten. Bij 16e noten in groepjes van 4. Maak jezelf bewust van de afstanden tussen die noten in je linkerhand (12-3-4, of 1-23-4, of 1-2-34, etc ). Het hele groepje wordt één vorm met je hele hand, in plaats van vier afzonderlijke vingers zonder verband ertussen.
Zeg hardop en leer anticiperen
Zeg de notennamen hardop in het tempo dat je wilt bereiken, met metronoom en zonder viool. Voel de beweging van de muziek in je hele lichaam, alsof je danst. Denk maar aan een popmuzikant en gedraag je net zo. Zeg 4 noten, dan 1 tel rust, dan 4 noten, 1 tel rust. Doe dit eerst met 1 maat en maak tegelijkertijd de afstanden in je linkerhand. Als de afstanden van het ene naar het andere groepje veranderen, dan maak je de nieuwe vorm op de rust ervoor. Leer je brein en je hand altijd te anticiperen op wat er komt.
Rechts klein en los
Pak vervolgens je viool. Leer je rechterarm spaarzaam te bewegen. Laat de stok op de snaar rusten, iets onder het midden, en maak je rechterhand los. Duim los, vingers losjes over de stok (check vooral je wijsvinger) en pink rond. Geef ritmisch kleine zetjes zijwaarts met je rechterelleboog, alsof je iemand naast je kleine stootjes geeft. Doe eerst op een losse snaar, op dezelfde manier als je net de noten gezegd hebt: 4 zestienden, zeg hardop papapapa mee, dan 1 tel rust, papapapa, 1 tel rust. Maak in de rust je rechterhand weer los. Check vooral duim en wijsvinger. Doe ook dit met de metronoom, in het tempo waarin je de passage wilt spelen. Voel de maat, de puls van de muziek, in je hele lijf, vooral in je knieën.
Combineren
Volgende stap: links en rechts combineren. 4 noten zeggen, vervolgens meteen nog een keer zeggen en meespelen. Check rechterhand, plek op je stok, knieën los, etc. Check linkerhand: maak het contact met de hals van de viool zacht en liefdevol. Beweeg je duim een heel klein beetje, aai de hals, alle contact met lucht ertussen. Dan de volgende 4 noten: eerst zeggen, dan spelen en zeggen, op een sterke ritmische puls. Dan weer alles checken. Dan de volgende 4 noten, enzovoorts, eerst met één maat.
Doe elke dag op deze manier een andere maat van de passage of etude waar je mee bezig bent. Zorg dat je altijd weet welke noten er staan, hoe het klinkt en wat de afstanden zijn in je linkerhand voor je het speelt. En let er op dat je rechts vrijwel niets doet. Alleen de snaar ‘krabben’ en kleine zetjes geven met je elleboog.
Na enige tijd pas je dezelfde manier van werken toe op groepjes van 8 noten, later per hele maat.
Meer weten? Kom naar één van de workshops, de cursus of neem contact met me op voor les.
Comments